Met een (on)aangekondigde ontruimingsoefening worden de procedures van een ontruiming daadwerkelijk geoefend in de praktijk.
Doel van de (on)aangekondigde ontruimingsoefening
Het toetsen van ontruimingsprocedures en –instructies, vooral:
- ontruimingssignaal is hoorbaar en herkenbaar in het gehele bedrijf;
- bedrijfshulpverleners en hun taken zijn bekend bij het overige personeel;
- externe hulpverleners worden op juiste wijze gealarmeerd;
- juiste afstemming van werkzaamheden van bedrijfshulpverleners en andere personen die een functie hebben bij een ontruiming;
- juist gebruik van vluchtwegen zoals aangegeven op plattegronden;
- juiste wijze van gebruik verzamelplaats;
- juiste wijze van registratie van personen op verzamelplaats.
Beperk het aantal doelen per oefening. Zorg dat u de doelen die u wilt testen ook daadwerkelijk kunt beoordelen.
Doelgroep
Alle medewerkers worden betrokken bij de ontruimingsoefening en zijn vooraf ingelicht over het tijdstip van de oefening.
Oefenscenario
Kies een scenario waarbij een gedeelte van het bedrijf moet worden ontruimd en werk dat uit in een oefening. Voorbeeld: een kleine brand op een kantoor of een gaslek in een kantine. Er kan tevens worden gekozen voor één of twee slachtoffers.
Hieronder vindt u een aantal scenario’s voor verschillende sectoren.
Nachtelijke ontruiming in een hotel
Het is winter en er ligt buiten behoorlijk veel sneeuw. Midden in de nacht gaat het brandalarm. Er blijkt in één van de hotelkamers een brand te zijn ontstaan die zich snel verspreidt. Het is niet duidelijk of er nog mensen in de brandende kamers zijn. De betreffende kamer bevindt zich op de eerste verdieping van het hotel. De meeste kamers van het hotel zijn bezet.
Ontruiming kantoor
Het is lunchtijd. Een aantal medewerkers is in de kantine aan het lunchen, een aantal is nog achter het bureau aan het werk. Er zijn deze dag twee vergaderingen in het pand waarbij een groot aantal niet-medewerkers aanwezig zijn. Op de begane grond van het pand ontstaat kortsluiting, de meterkast vat vlam.
Ontruiming verzorgingstehuis
Het is begin van de ochtend. De meeste bewoners zijn nog op hun kamer aan het ontbijten of worden geholpen met douchen en aankleden. In de keuken zijn een aantal medewerkers aan het werk die een gaslucht waarnemen. De lucht wordt steeds sterker en het vermoeden is dat er flink gas lekt in de keuken.
Ontruiming school
Tijdens de leswisseling komt er uit het scheikundelokaal op de eerste verdieping een grote klap. Ter voorbereiding op de volgende les mengde de docent vast twee verschillende stoffen met elkaar. Deze veroorzaakten een reactie waardoor er brand ontstaat in het lokaal. De docent tracht de brand te blussen met de aanwezige brandslanghaspel en loopt tijdens deze blusactie brandwonden op. De brandende vloeistof verspreidt zich in rap tempo door het lokaal. In verband met de leswisseling zijn er tijdens het voorval geen leerlingen in het lokaal. Wel bevinden zich veel leerlingen in de gangen van het schoolgebouw.
Vragen bij de casussen
- Waar is de opvangplaats en waar hangen de brandhaspels en -blussers?
- Via welke weg komt u het snelst en veilig naar buiten?
- Hoe laat u de werkruimte achter?
- Zorgt u alleen voor zichzelf of neemt u ook andere mensen mee naar buiten?
- Wie zet de ontruiming in gang en hoe gebeurt dat?
- Hoe en wie (medewerkers, brandweer, politie) wordt er gealarmeerd en wie doet dat?
- Wie is er bedrijfshulpverlener binnen de organisatie / afdeling?
- Wat doet u op het moment dat er een ontruimingsalarm wordt gegeven?
- Wat doet u als de brandweer, politie of ambulance arriveert?
- Wat doet u als tussentijds blijkt dat de situatie erger of juist minder erg wordt?
Voorbereiding
De volgende zaken moeten goed geregeld worden:
1.Alle medewerkers (inclusief bedrijfshulpverleners) worden vooraf op de hoogte gebracht van:
- de datum en de tijd van de oefening
- de duur van de oefening
- in welke ruimte het incident (bijvoorbeeld het brandje) is
2. Met de bedrijfshulpverleners wordt tevens vooraf afgesproken:
- het tijdstip van de evaluatie/ nabespreking van de oefening
Advies: evalueer (vrijwel) direct na het einde van de oefening.
3. Met ‘de slachtoffers’ wordt afgesproken:
- wat ze moeten doen, waar ze zich bevinden, wat de verwondingen zijn, wat ze tegen de bedrijfshulpverleners mogen zeggen.
4. Waarnemer(s):
- Afhankelijk van de omvang van de oefening kan de oefenleider gebruik maken van een of meer personen die op de hoogte is/zijn van het BHV-plan en de BHV-taken. Zij kunnen tijdens de oefening optreden als waarnemer. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld het evaluatieformulier en gele briefjes voor korte notities. Gebruik de gele briefjes om op de werkplek aan te geven wat er niet volgens de procedure is gedaan (bijvoorbeeld apparatuur aangelaten, kastdeuren die openstaan).
Externe hulpverleners
Als de oefening beperkt wordt gehouden, is over het algemeen melding aan externe hulpverleners niet nodig. Informeer politie en brandweer wel als een oefening buiten het bedrijf door derden kan worden opgemerkt.
Communicatiemiddelen
Er moeten voldoende communicatiemiddelen aanwezig zijn. Dit zijn de middelen die in het BHV-plan zijn opgenomen.
Evaluatie
Herhaal het doel van de oefening. Toets of de taken en instructies duidelijk waren en of de onderlinge communicatie op elkaar is afgestemd. Geconstateerde problemen moeten schriftelijk worden vastgelegd, bijvoorbeeld op een evaluatieformulier.
Bespreek in ieder geval de volgende punten:
- bekendheid van het ontruimingssignaal onder de medewerkers;
- opvolgen van het ontruimingssignaal;
- de communicatie tussen de bedrijfshulpverleners;
- eventueel: functioneren van de bedrijfshulpverleners bij het blussen van de beginnende brand;
- eventueel: functioneren van de bedrijfshulpverleners bij de ontruiming;
- eventueel: functioneren van de bedrijfshulpverleners bij het verlenen van Eerste Hulp aan slachtoffer(s) of het optreden bij brand;
- gebruik van de vluchtroutes;
- gebruik van de verzamelplaats;
- registratie van de personen;
- melding bij de brandweer.
Nazorg
Breng alle medewerkers (inclusief BHV’ers) op de hoogte van de resultaten van de oefening. Stel vast hoe en wanneer geconstateerde problemen worden opgelost. Stel indien nodig het BHV-plan bij.
Bron: NIBHV