Bij brand of andere calamiteiten moeten iedereen zo snel mogelijk het pand kunnen verlaten. Omdat je dan niet altijd via de gewone uitgang het pand kunt verlaten, moeten er nooddeuren zijn.
Wat zijn de eisen aan een nooddeur?
Een nooddeur mag alleen worden gebruikt voor het ontvluchten bij calamiteiten en is dus niet bedoeld als gewone deur.
Een nooddeur moet:
- Voor iedereen duidelijk herkenbaar zijn.
- Je zonder sleutel kunnen openen, bijvoorbeeld met een panieksluiting.
- Altijd vrij bereikbaar zijn.
-
Nooddeur moet duidelijk herkenbaar zijn
Iedereen moet duidelijk kunnen zien waar de nooddeuren zijn. Dit kun je aangeven met dit bord.
-
Nooddeur moet zonder sleutel te openen zijn
Mensen die in paniek zijn moeten de deur in een simpele beweging kunnen openen, zonder dat er veel kracht voor nodig is en ook als er achter hen mensen staan te dringen. Daarom is er de ‘panieksluiting’. Een panieksluiting is een horizontale stang op heuphoogte over de volle breedte van de deur. De deur opent gemakkelijk door de stang in één beweging naar beneden te drukken. De deur is alleen van binnenuit te openen.
-
Nooddeur moet altijd vrij bereikbaar zijn
Iedereen moet de nooddeuren zonder problemen kunnen bereiken. In de praktijk komt het regelmatig voor dat de weg naar de deuren (tijdelijk) belemmerd is. Ook even neerzetten van een schoonmaakkar of pallet kan al grote problemen opleveren. Zie hieronder een paar voorbeelden die onze veiligheidskundige in de praktijk tegenkwam. Zoek de nooduitgang.
Een nooddeur draait altijd naar buiten open. De nooddeur moet aan de buitenkant ook altijd vrij zijn. Een tegen de deur geparkeerde fiets kan al voor problemen zorgen. Maak aan de buitenkant dus ook duidelijk dat de uitgang altijd vrij moet blijven.