Het aantal BHV’ers is niet wettelijk vastgelegd. De werkgever moet op basis van de RI&E het juiste aantal BHV’ers vaststellen. Er is dus geen formule waarmee je het aantal BHV’ers kan berekenen. Het aantal BHV’ers is afhankelijk van verschillende factoren.
Voldoende BHV’ers
De Arbowet bepaalt alleen dat een werkgever ‘voldoende BHV’ers’ moet aanstellen, maar noemt geen aantallen. Hoeveel BHV’ers je nodig hebt, hangt af van de volgende factoren:
- ernst van de restrisico’s;
- grootte en complexiteit van het gebouw;
- het aantal aanwezigen (inclusief bezoekers);
- het aantal niet-zelfredzame personen;
- de ligging van het gebouw (afgelegen of op een bedrijventerrein);
- aanwezigheid BHV’ers (bij vakantie, verlof, ziekte);
- opkomsttijd hulpdiensten (ambulance, brandweer);
- risico’s uit de omgeving.
De risico’s bepaal je aan de hand van de RI&E. Voor ‘echte’ arbeidsrisico’s – machineveiligheid, fysieke belasting, psychosociale arbeidsbelasting – neem je op basis van de RI&E preventieve maatregelen. Maar voor bepaalde risico’s kun je geen maatregelen nemen, de zogenaamde restrisico’s. De BHV’er is er om de restrisico’s die niet voorkomen kunnen worden, af te dekken. Het gaat om ongevallen, branden en het evacueren van medewerkers. Op basis van die restrisico’s moet je je afvragen hoeveel BHV’ers nodig zijn om in een noodsituatie werknemers in veiligheid te brengen.
Er moet altijd ten minste één BHV’er aanwezig zijn, ook in ploegendiensten, bij overwerksituaties of als een deel van de medewerkers thuiswerkt.
Houd rekening met vakantie, ziekte en verlof: voorkom boete
In de praktijk komt het vaak voor dat er vooral in vakantieperiodes geen of niet genoeg BHV’ers aanwezig zijn. Je moet hier scherp op letten, want de boete voor de afwezigheid van een BHV’er kan oplopen tot ruim € 3.000,- en bij herhaling zelfs tot € 9.000,-.
Ziekte en verlof zijn geen goede redenen om geen BHV’er in huis te hebben. Als je dus in een kleine organisatie werkt en maar één werknemer opgeleid hebt als BHV’er, heb je een probleem als deze werknemer ziek is of op vakantie gaat. Je moet daarom voldoende werknemers een opleiding tot BHV’er laten volgen. Dan kom je nooit zonder BHV’er te zitten.
Werkgever als BHV’er: in kleine bedrijven mag de werkgever de BHV-taken zelf uitvoeren. Bij afwezigheid van de werkgever moet er een vervanger zijn om de BHV-taken over te nemen.
Samenwerken: het is ook mogelijk dat bedrijven samenwerken met omliggende bedrijven zodat zij over voldoende BHV’ers beschikken.